Afdeling Pers en Voorlichting

PERSCOMMUNIQUÉ nr. 10/2001

13 maart 2001

Arrest van het Hof in zaak C-379/98

PreussenElektra AG en Schleswag AG

EEN AFNAMEVERPLICHTING TEGEN MINIMUMPRIJZEN IS GEEN STEUNMAATREGEL VAN DE STAAT OP DE ENKELE GROND DAT ZIJ BIJ WET IS OPGELEGD


Het Hof van Justitie herinnert eraan, dat niet alle steunmaatregelen van de staten steunmaatregelen in de zin van het Verdrag uitmaken. De huidige regeling voor de elektriciteitsmarkt verzet zich niet tegen de Duitse regeling die voorziet in de verplichte aankoop van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen.

PreussenElektra exploiteert in Duitsland meer dan vijfentwintig conventionele en nucleaire elektriciteitscentrales en een hoogspanningsdistributienet.

Een Duitse wet van 1990, gewijzigd in 1994 en 1998 (Stromeinspeisungsgesetz), verplicht de openbare elektriciteitsbedrijven (die zowel tot de openbare als tot de private sector behoren) de elektriciteit af te nemen die in hun distributiegebied uit hernieuwbare energiebronnen, waaronder windkracht, is geproduceerd, tegen minimumprijzen die hoger zijn dan de werkelijke economische waarde van dit soort elektriciteit.

De Commissie hechtte haar goedkeuring aan het oorspronkelijke, in 1990 door de Duitse regering aangemelde wetsontwerp, omdat het in overeenstemming was met de doelstellingen van het energiebeleid van de Europese Gemeenschappen.

De regeling werd in 1998 gewijzigd; voortaan gold dat de uit deze afnameverplichting voortvloeiende extra kosten zouden worden verdeeld tussen de elektriciteitsbedrijven en de toeleverende netexploitanten.

Schleswag is een regionaal elektriciteitsbedrijf van de deelstaat Schleswig-Holstein, en moet de elektriciteit afnemen die in haar distributiegebied uit hernieuwbare energiebronnen is geproduceerd. De uit deze afnameverplichting voortvloeiende extra kosten stegen van 5 800 000 DEM in 1991 tot ongeveer 111 500 000 DEM in 1998.

Krachtens de compensatieregeling waarin de Duitse wet voorziet, verzocht Schleswag PreussenElektra om betaling van een aantal bedragen die zij had moeten uitgeven ingevolge haar afnameverplichting.

PreussenElektra vorderde bij het Landgericht Kiel de terugbetaling van 500 000 DEM, wat overeenstemde met het bedrag dat zij aan Schleswag had betaald ter compensatie van de extra kosten die uit de afname van elektriciteit uit windkracht voortvloeiden. PreussenElektra was namelijk van mening, dat deze betaling in strijd was met het gemeenschapsrecht, aangezien zij werd gedaan op basis van een gewijzigde staatssteunregeling die niet bij de Commissie was aangemeld.

De Duitse rechter bij wie deze zaak aanhangig was gemaakt, stelt het Hof van Justitie de volgende vragen: is deze wijziging van de wettelijke regeling een steunmaatregel van de staat in de zin van het gemeenschapsrecht? Is de aldus ingevoerde regeling bovendien een verboden kwantitatieve invoerbeperking?

Het Hof herinnert er in de eerste plaats aan, dat steunmaatregelen van de staten of steunmaatregelen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar zijn met het Verdrag.

Doch niet alle door een staat verleende voordelen zijn steunmaatregelen. Enkel de voordelen die rechtstreeks of onrechtstreeks met staatsmiddelen zijn bekostigd, zijn te beschouwen als steunmaatregelen in de zin van het Verdrag.

Het Hof oordeelt, dat noch de door de Duitse regeling opgelegde wettelijke verplichting, noch de verdeling van de financiële last tussen de particuliere elektriciteitsbedrijven en de toeleverende particuliere netexploitanten, een rechtstreekse of onrechtstreekse overdracht van staatsmiddelen vormt.

Volgens het Hof is het feit dat de afnameverplichting bij wet is opgelegd en aan bepaalde ondernemingen een onbetwistbaar voordeel verleent, geen grond om die verplichting te kwalificeren als een steunmaatregel in de zin van het Verdrag.

Verder stelt het Hof vast, dat deze regeling het intracommunautaire handelsverkeer minstens potentieel kan belemmeren. Zij is echter met name bedoeld om het milieu te beschermen door bij te dragen tot een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Het doel van deze regeling is dus één van de hoofddoelstellingen van de Gemeenschap.

Gelet op een en ander, oordeelt het Hof, dat in de huidige stand van het gemeenschapsrecht inzake de elektriciteitsmarkt, de Duitse regeling niet onverenigbaar is met het vrij verkeer van goederen.

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt.

Deze persmededeling is beschikbaar in alle officiële talen.

De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof www.curia.eu.int. heden vanaf ongeveer 15.00 uur.

Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders, tel. (0 03 52) 43 03 - 31 27 fax (0 03 52) 43 03 - 36 56.