Afdeling Pers en Voorlichting

PERSCOMMUNIQUÉ NR. 21 /2001

26 juni 2001

Arrest in zaak C-173/99

The Queen en Secretary of State for Trade and Industry, ex parte: Broadcasting, Entertainment, Cinematographic and Theatre Union (BECTU)

HET RECHT OP JAARLIJKSE VAKANTIE MET BEHOUD VAN LOON IS EEN DOOR HET GEMEENSCHAPSRECHT RECHTSTREEKS AAN ALLE WERKNEMERS TOEGEKEND SOCIAAL RECHT

Volgens het Hof van Justitie is de Britse regeling krachtens welke een werknemer dit recht pas verwerft, indien hij gedurende minimaal dertien weken ononderbroken bij dezelfde werkgever is tewerkgesteld, in strijd met het gemeenschapsrecht

BECTU (Broadcasting, Entertainment, Cinematographic and Theatre Union) is een vakbond die ongeveer 30 000 leden telt, die in de sectoren radio, televisie, film, theater en toneelspel werken (geluidsingenieurs, cameralieden, speciale-effectentechnici, projectionisten, monteurs, researchers, kappers en make-upartiesten...).

De Britse regeling inzake arbeidstijden bepaalt onder meer, dat het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon pas ontstaat wanneer een werknemer sinds dertien weken ononderbroken is tewerkgesteld bij dezelfde werkgever.

De meeste van de door BECTU vertegenwoordigde werknemers worden aangeworven op basis van overeenkomsten van korte duur, een duur van vaak minder dan dertien weken bij een zelfde werkgever. Bijgevolg hebben deze werknemers krachtens het Britse recht geen recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon.

BECTU heeft deze regeling aangevochten bij de High Court of Justice.

De High Court of Justice heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen een vraag gesteld over de verenigbaarheid van deze regeling met de gemeenschapsrichtlijn betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd: moet de werknemer minimaal dertien weken bij dezelfde werkgever zijn tewerkgesteld om een recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon te verwerven?

Om te beginnen herinnert het Hof eraan, dat de richtlijn minimumvoorschriften vaststelt om de levens- en arbeidsomstandigheden van de werknemers te verbeteren door de nationale bepalingen inzake met name de duur van de arbeidstijd te harmoniseren. Deze harmonisatie moet een betere bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers waarborgen door hun met name minimumrusttijden en voldoende pauzes te waarborgen.

Vervolgens wijst het Hof erop, dat het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden (9 december 1989), waarmee in de richtlijn rekening is gehouden, bepaalt dat aan elke werkende in de Europese Gemeenschap bevredigende voorwaarden ten aanzien van de bescherming van zijn gezondheid en zijn veiligheid moeten worden geboden, en dat hij met name recht heeft op een jaarlijkse vakantie met behoud van loon.

De gemeenschapsrichtlijn bepaalt dan ook, dat elke werknemer een jaarlijkse vakantie met behoud van loon moet genieten van minstens vier weken (drie weken tijdens een overgangsperiode van ten hoogste drie jaar te rekenen van de datum van omzetting van de richtlijn in 1996).

Het Hof leidt hieruit af, dat het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon van elke werknemer een bijzonder belangrijk beginsel van communautair sociaal recht is, waarvan de lidstaten niet kunnen afwijken.

Dit recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon wordt door de richtlijn rechtstreeks aan elke werknemer toegekend om zijn veiligheid en zijn gezondheid te beschermen. Het geldt voor werknemers in alle sectoren, zonder onderscheid tussen werknemers met een overeenkomst van onbepaalde duur en werknemers met een overeenkomst van bepaalde duur.

Bijgevolg is het Hof van oordeel dat de Britse regeling, die tot gevolg heeft dat bepaalde werknemers elk recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon wordt ontzegd, in strijd is met het gemeenschapsrecht.

De lidstaten beschikken weliswaar over een zekere discretionaire bevoegdheid om in hun interne regelingen te bepalen hoe dit recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon in de praktijk ten uitvoer moet worden gelegd, maar zij mogen dit recht niet aan bepaalde werknemers ontzeggen.


Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt.
Deze persmededeling is beschikbaar in het Engels, het Spaans, het Italiaans, het Frans
en het Nederlands.

De volledige tekst van het arrest is te vinden op de
internetpagina van het Hof
www.curia.eu.int . heden vanaf ongeveer 15.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders
tel (352) 4303 3127 fax (352) 4303 3656