De vergoeding moet minstens gelijk zijn aan de vergoeding waarop de verzekerde recht zou
hebben gehad indien hij in een ziekenhuis in zijn lidstaat van aansluiting was opgenomen.
Desondanks onderging mevrouw Descamps de ingreep in april 1990. Voor de Belgische rechter
vorderde zij van haar ziekenfonds vergoeding van de kosten volgens de in België toegepaste
tarieven (49 935,44 FRF) en niet volgens de tarieven die in Frankrijk golden (38 608,89 FRF).
In december 1994 werd in een verslag van een door het Arbeidshof te Bergen benoemde
geneesheer-deskundige vastgesteld, dat de ingreep in België niet vaak wordt toegepast en dat het
herstel van de gezondheid van mevrouw Descamps wel degelijk een ziekenhuisopname in het
buitenland vereiste. Mevrouw Descamps is in de loop van de procedure overleden, waarna haar
erfgenamen, de heer Vanbraekel en haar kinderen, het geding hebben voortgezet.
Het Arbeidshof te Bergen vraagt het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen of,
wanneer is komen vast te staan, dat een ziekenhuisopname in een andere lidstaat had
moeten worden toegestaan, de kosten van die ziekenhuisopname moeten worden vergoed
volgens de regeling van de staat van het bevoegde orgaan (in casu het Belgische orgaan) of
volgens de regeling van de lidstaat op het grondgebied waarvan de ziekenhuisopname heeft
plaatsgevonden (in casu het Franse stelsel).
De van het Hof verlangde uitspraak heeft uiteindelijk betrekking op de vraag, welke
vergoedingsregeling moet worden toegepast wanneer voor een ziekenhuisopname in een andere
lidstaat de in de communautaire regelgeving voorziene toestemming is verkregen, in voorkomend
geval na rechterlijke tussenkomst.
Het Hof herinnert eraan dat het door de gemeenschapswetgeving ingevoerde stelsel de
sociaalverzekerde die toestemming heeft om in een andere lidstaat dan zijn lidstaat van aansluiting
een medische behandeling te ondergaan, waarborgt dat hij in de lidstaat waar deze behandeling
plaatsvindt onder even gunstige voorwaarden wordt behandeld als de sociaalverzekerden die
onder de wettelijke regeling van die lidstaat vallen. Het Hof is dus van oordeel, dat de kosten
moeten worden vergoed volgens de regeling van de lidstaat waar de behandeling plaatsvindt.
In beginsel moeten de verstrekkingen worden verleend door het orgaan van de lidstaat waar de
behandeling plaatsvindt en dient het orgaan waarbij de verzekerde is aangesloten de behandeling
achteraf te vergoeden.
Indien de vergoeding niet op deze wijze heeft kunnen plaatsvinden omdat het orgaan van
aansluiting ten onrechte geen toestemming heeft gegeven, kan de sociaalverzekerde zich
rechtstreeks tot dit orgaan wenden om vergoeding te krijgen van het bedrag dat
normalerwijze zou zijn vergoed indien de toestemming was gegeven.
Van oordeel dat medische activiteiten wel degelijk onder het toepassingsgebied van de regels
inzake het vrij verrichten van diensten vallen, komt het Hof bovendien tot het oordeel, dat een
nationale wettelijke regeling een aangeslotene aan wie toestemming is verleend om zich in een
ziekenhuis in het buitenland te laten opnemen, een vergoeding moet waarborgen overeenkomend
met de vergoeding waarop hij recht zou hebben gehad indien hij in een ziekenhuis in zijn lidstaat
was opgenomen.
In die omstandigheden, zo oordeelt het Hof, verzet het in het Verdrag neergelegde beginsel van
het vrij verrichten van diensten zich tegen een regeling volgens welke geen aanvullende
vergoeding zou kunnen worden betaald ten belope van het verschil tussen de vergoeding volgens
het minder gunstige tarief van de lidstaat waar de ziekenhuisopname heeft plaatsgevonden en de
vergoeding volgens het gunstiger tarief waarin de socialezekerheidsregeling van de lidstaat van
aansluiting voorziet.
Ofschoon het gevaar voor een ernstige aantasting van het financiële evenwicht van het
socialezekerheidsstelsel een dwingende reden van algemeen belang kan vormen waardoor een
belemmering van het vrij verrichten van diensten gerechtvaardigd kan zijn, kan volgens het Hof
niet worden gesteld, dat betaling van de aanvullende vergoeding een bijkomende financiële
belasting zou vormen voor het stelsel van ziektekostenverzekering van de lidstaat van aansluiting,
die de instandhouding van een verzorgingscapaciteit of van medische deskundigheid op nationaal
grondgebied onmogelijk zou maken.
Deze persmededeling is beschikbaar in alle talen. De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof www.curia.eu.int . heden vanaf ongeveer 15.00 uur. Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders tel (352) 4303 3127 fax (352) 4303 3656. |