De Commissie heeft tegen Italië beroep ingesteld op grond dat een aantal
bepalingen van de Italiaanse Nuovo codice della Strada een verschil in behandeling
naargelang de plaats van inschrijving van het voertuig inhouden.
De wegcode bepaalt immers dat de chauffeur bij een met een geldboete bestrafte
overtreding binnen 60 dagen een verminderd bedrag kan betalen, dat overeenstemt
met het minimumbedrag van de boete, of beroep kan instellen bij de Prefect.
Indien het voertuig evenwel in een andere lidstaat is ingeschreven, moet de
overtreder het minimumbedrag onmiddellijk betalen of ter plaatse een waarborg
(waarborgsom of fidejussio) stellen voor een bedrag dat met het dubbele van
het minimumbedrag van de boete overeenstemt, om onmiddellijke intrekking van
het rijbewijs of inhouding van het voertuig als conservatoire maatregel te vermijden.
Het Hof van Justitie baseert zich in zijn arrest van vandaag op het algemene
gelijkheidsbeginsel, dat elke - openlijke of verkapte - discriminatie
op grond van nationaliteit verbiedt.
Het Hof preciseert om te beginnen dat een op de plaats van inschrijving gebaseerd
verschil in behandeling neerkomt op een verschil in behandeling van Italiaanse
onderdanen en onderdanen van de andere lidstaten, aangezien de meerderheid van
de chauffeurs wier voertuig in een andere lidstaat is ingeschreven, geen Italiaanse
onderdanen zijn en vice versa.
Door dit verschil in behandeling leidt de wegcode feitelijk tot hetzelfde
resultaat als discriminatie op grond van nationaliteit.
Italië heeft getracht zijn wettelijke regeling te rechtvaardigen op grond
dat het ontbreken van een mechanisme dat de betaling van de geldboete in een
andere lidstaat dan Italië garandeert, een verschil in behandeling rechtvaardigt.
Het Hof erkent de gegrondheid van een waarborgstelsel, maar beschouwt het
in de wegcode vastgelegde bedrag als onevenredig.
De waarborgsom bedraagt immers het dubbele van het bij onmiddellijke betaling
voorgeschreven minimumbedrag en zal de overtreders ertoe aanzetten het minimumbedrag
onmiddellijk te betalen en af te zien van de bedenktijd die de wet hen toekent
om de inbreuk bij de prefect aan te vechten.
Het Hof is van oordeel dat Italië betaling van de bedragen die overtreders
uit andere lidstaten verschuldigd zijn, evengoed had kunnen waarborgen indien
het een met het minimumbedrag overeenstemmende waarborg had voorgeschreven die
bij het verstrijken van de beroepstermijn kan worden verbeurdverklaard.
Beschikbare talen: Frans, Italiaans, Engels, Duits, Spaans en Nederlands De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina
van het Hof Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders Beelden van de uitspraak zijn beschikbaar op Europe by Satellite
www.curia.eu.int .
heden vanaf ongeveer 15.00 uur.
tel (352) 4303 3127 fax (352) 4303 3656
Europese Commissie, Dienst Pers en Communicatie, L - 2920 Luxemburg,
tel: (352) 43 01 35177, fax (352) 4301 35249,
of B-1049 Brussel, tel. (32) 2 2964106, fax (32) 2 2965956 of (32)
2 2301280