Afdeling Pers en Voorlichting
PERSCOMMUNIQUÉ N° 09/03
25 februari 2003
Arrest van het Hof in zaak C-326/00
Idryma Koinonikon Asfaliseon (IKA)/Vasileios Ioannidis
Ioannidis woont in Griekenland en ontvangt er een ouderdomspensioen. Tijdens een verblijf in
Duitsland werd hij wegens angina pectoris opgenomen in het ziekenhuis. Hij was in
het bezit van een geldig formulier E 111, afgegeven door de Griekse socialezekerheidsinstelling (IKA);
hij verzocht de Duitse ziekenkas om rechtstreeks de ziekenhuiskosten te betalen, die het
IKA haar overeenkomstig verordening nr. 1408/71 vervolgens zou terugbetalen. De Duitse ziekenkas verzocht het
IKA evenwel om afgifte van een formulier E 112, dat wordt gebruikt wanneer een
verzekerde verzoekt om toestemming om zich naar het grondgebied van een andere lidstaat
te begeven teneinde aldaar een behandeling te ondergaan.
Het IKA weigerde daarop de betrokken kosten te vergoeden, omdat de aandoening van
Ioannidis chronisch was en de achteruitgang van zijn gezondheidstoestand niet plotseling was. Volgens
de Griekse regeling kan slechts achteraf toestemming worden verleend voor de vergoeding van
ziektekosten die een gepensioneerde in het buitenland heeft gedragen, indien de ziekte zich
plotseling heeft gemanifesteerd tijdens het verblijf en onmiddellijke behandeling noodzakelijk was.
Nadat het bezwaar van Ioannidis was aanvaard, stelde het IKA beroep in bij
de Griekse rechter, die het Hof van Justitie vragen heeft gesteld over de
verenigbaarheid van de Griekse regeling met het gemeenschapsrecht.
Het Hof beklemtoont allereerst dat het aan de nationale rechter is om uit
te maken of de behandeling door de betrokkene was gepland en of zijn
verblijf in een andere lidstaat een medisch doel had, in welk geval de
rechtstreekse betaling van de prestaties in natura door het orgaan van de lidstaat
waar de behandeling is ondergaan, volgens verordening nr. 1408/71 afhankelijk is van voorafgaande toestemming
(formulier E 112). In casu lijkt de nationale rechter te hebben aangenomen dat zulks
niet het geval was.
Vervolgens wijst het Hof erop dat verordening nr. 1408/71 met betrekking tot de vergoeding
van medische behandelingen die noodzakelijk zijn tijdens een verblijf in een andere lidstaat
dan de lidstaat waar de verzekerde woont, voorziet in een verschillende regeling voor
gepensioneerden en werknemers. Volgens het Hof lijkt de gemeenschapswetgever daarmee de daadwerkelijke mobiliteit
van gepensioneerden te hebben willen bevorderen door rekening te houden met hun grotere
kwetsbaarheid en afhankelijkheid op gezondheidsvlak.
De gemeenschapsregeling stelt de vergoeding van de tijdens een verblijf in een andere
lidstaat aan een gepensioneerde verstrekte zorg daarom niet afhankelijk van de voor werknemers
geldende voorwaarde dat hun toestand het nodig maakt dat gedurende dat verblijf onmiddellijk
prestaties worden verleend.
Het door verordening nr. 1408/71 aan gepensioneerden gewaarborgde recht op prestaties in natura kan
volgens het Hof in het bijzonder niet worden beperkt tot het geval dat
de behandeling noodzakelijk is door een plotselinge aandoening. Met name kan de omstandigheid
dat de gepensioneerde lijdt aan een hem reeds voor zijn verblijf bekende chronische
aandoening niet volstaan om hem de behandeling te ontzeggen die is vereist ten
gevolge van de ontwikkeling van zijn gezondheidstoestand tijdens zijn tijdelijk verblijf.
Verder herinnert het Hof eraan dat voor de aldus gegarandeerde vergoeding van de
ziektekosten van gepensioneerden in een andere lidstaat het beginsel geldt dat de kosten
door het orgaan van de woonplaats worden vergoed aan het orgaan van de
verblijfplaats.
Het Hof is evenwel van oordeel dat wanneer het orgaan van de verblijfplaats
ten onrechte heeft geweigerd de prestaties te vergoeden, en het orgaan van de
woonplaats niet heeft bijgedragen tot het vergemakkelijken van die vergoeding Ԁ waartoe het verplicht
is Ԁ de verzekerde recht heeft op rechtstreekse vergoeding van de behandeling door het
orgaan van de woonplaats. Die vergoeding mag bovendien niet afhankelijk worden gesteld van
enige toestemmingsprocedure, noch van het vereiste dat de aandoening plotseling is ingetreden.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt. Beschikbare talen: alle officiële talen. De integrale tekst van het arrest is vanaf hedenmiddag circa 15.00 uur op onze Internetpagina www.curia.eu.int te raadplegen. Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot Zaïra Penders tel. (352) 4303 3127 fax (352) 4303 3656. Beelden van de uitspraak zijn beschikbaar op "Europe by Satellite" Europese Commissie, Dienst Pers en Communicatie, L-2920 Luxemburg, tel: (352) 4301 35177, fax (352) 4301 35249, of B-1049 Brussel, tel. (32) 2 2964106, fax (32) 2 2301280 |
Het formulier E 111 wordt gebruikt voor het verkrijgen van prestaties in natura
die noodzakelijk zijn geworden tijdens een verblijf in een andere lidstaat.