Het Deutsche Apothekerverband e.V. is een bond tot wiens taken de behartiging en bevordering
van de economische en maatschappelijke belangen van apothekers behoren. Leden zijn de
bonden en verenigingen van apothekers uit de deelstaten, die op hun beurt meer dan 19 000
apotheekhouders vertegenwoordigen.
0800 DocMorris NV is een Nederlandse, te Kerkrade gevestigde apotheek. Jacques Waterval is
apotheker en een van de wettelijke vertegenwoordigers van DocMorris.
Sinds 8 juni 2000 bieden DocMoriss en Waterval via het internetadres
"www.0800DocMorris.com", de Duitse consument ook in het Duits, zowel alleen op recept als
zonder recept verkrijgbare geneesmiddelen voor menselijk gebruik aan. Daarbij gaat het voor
een deel om in Duitsland toegelaten geneesmiddelen, maar voor het grootste deel om in een
andere lidstaat toegelaten geneesmiddelen.
De portaalsite van DocMorris is onderverdeeld in de rubrieken "Apotheek",
"Gezondheidsforum", "Over ons", "Contact" en "Hulp". De consument heeft onder andere de
mogelijkheid een beroep te doen op de commissie van deskundigen van de "internet-apotheek"voor een gezondheidsadvies. Hij kan bovendien rechtstreeks met DocMorris of Waterval in
contact treden via een gratis telefoonnummer of per brief.
De afzonderlijke medicijnen zijn op de website in productgroepen onderverdeeld in rubrieken
als "pijnstillers", "bloeddrukverlagers", "kankertherapeutica", "weerstandsverhogers",
"bloedvetverlagers", "potentie-prostaatmiddelen" en "ontwenningsmiddelen". Iedere rubriek
bevat allereerst een korte inleiding. Vervolgens worden de medicijnen met productbenaming
alfabetisch vermeld, wordt de inhoud van de verpakking beschreven en de prijs in euro vermeld.
Naast de verwijzing naar de mogelijkheid dat een middel alleen op recept verkrijgbaar is, bevindt
zich een kadertje. Door dit kadertje aan te klikken wordt het betreffende medicijn besteld. Om
nadere informatie over het product zelf te krijgen, kan de productnaam aangeklikt worden.
Een bepaald geneesmiddel wordt door DocMorris en Waterval behandeld als een geneesmiddel
dat alleen op recept verkrijgbaar is, wanneer het in Nederland dan wel in de lidstaat waar de
consument woont, als zodanig wordt aangemerkt. De levering van dergelijke geneesmiddelen
vindt pas plaats nadat het originele recept is overgelegd.
De bezorging kan op verschillende manieren plaatsvinden. Zo kan de consument de bestelling
persoonlijk bij de apotheek DocMorris in Landgraaf, een plaats in de buurt van de Duits-
Nederlandse grens, afhalen. Daarnaast kan hij bijvoorbeeld gratis een door DocMorris
aanbevolen koeriersdienst inschakelen.
Met zijn beroep bij het Landgericht Frankfurt heeft de Deutsche Apothekerverband bezwaar
gemaakt tegen het aanbieden van geneesmiddelen via internet en tegen de levering via
grensoverschrijdende postorderhandel. Hij is van mening dat de bepalingen van het Duitse
Arzneimittelgesetz (wet op de geneesmiddelenvoorziening, "AMG") en het Duitse Gesetz über
die Werbung auf dem Gebiete des Heilwesens (wet op de reclame voor geneesmiddelen,
"HWG") een zodanige activiteit niet toestaan. Deze verboden zijn niet in strijd met de bepalingen
van het EG-Verdrag terzake van het vrije verkeer van goederen. De bepalingen waarnaar wordt
verwezen zijn § 43 AMG, dat de postorderhandel in geneesmiddelen die alleen via apotheken
mogen worden verkocht, verbiedt, en de §§ 3a en 8 HWG, op grond waarvan reclame voor
geneesmiddelen die aan toelating zijn onderworpen, maar niet zijn toegelaten, alsook voor
postorderhandel in geneesmiddelen die alleen via apotheken mogen worden verkocht, verboden
is. Op grond van § 10 HWG is reclame voor alleen op recept verkrijgbare geneesmiddelen
verboden.
De advocaat-generaal neemt vandaag haar conclusie in deze zaak.
De opvatting van de advocaat-generaal bindt het Hof niet. De advocaat-generaal heeft tot
taak, in volledige onafhankelijkheid het Hof een juridische oplossing voor de door hem
behandelde zaak voor te stellen.
De advocaat-generaal is van mening dat een nationaal verbod op de invoer van geneesmiddelen
die alleen in apotheken mogen worden verkocht, bij wijze van postorderhandel door in andere
lidstaten geregistreerde apotheken op basis van individuele bestellingen via internet, een
belemmering van het vrije verkeer van goederen vormt. Daarbij is het uiteindelijk
doorslaggevend of de maatregel - in casu het Duitse verbod op de postorderhandel in
geneesmiddelen - de toegang tot de markt aanzienlijk bemoeilijkt. Met betrekking tot de Duitse
markt is dit het geval bij buitenlandse apotheken, in tegenstelling tot Duitse apotheken. Ter
bescherming van de gezondheid en het leven van personen is het verbod in ieder geval
gerechtvaardigd in zoverre het om aan toelating onderworpen geneesmiddelen gaat, die
echter noch in het land van invoer, in casu Duitsland, noch op gemeenschapsniveau zijn
toegelaten. Een dergelijk verbod is met name niet onevenredig.
De zaak ligt anders in zoverre het om toegelaten of niet aan toelating onderworpen
geneesmiddelen gaat. De betrokken staat dient aan te tonen dat het verbod op postorderhandel
ook in dit geval met het evenredigheidsbeginsel strookt en dus noodzakelijk en redelijk is.
Duitsland heeft dit volgens de advocaat-generaal niet aangetoond. Als minder verstrekkendemaatregelen zouden controles bij bestelling, verzending, vervoer en ontvangst van de
geneesmiddelen in aanmerking kunnen komen. Of in casu aan dit vereiste is voldaan, staat ter
beoordeling van de nationale rechter.
Voorts onderzoekt de advocaat-generaal of een nationaal reclameverbod voor de
postorderhandel in geneesmiddelen die alleen in apotheken mogen worden verkocht, zoals
vastgelegd in de Duitse bepaling, in strijd is met het beginsel van het vrije verkeer van goederen.
Zij concludeert dat het reclameverbod voor de postorderhandel in geneesmiddelen - evenals het
verbod op postorderhandel - noodzakelijk en redelijk is in geval van geneesmiddelen die aan
toelating onderworpen zijn maar niet zijn toegelaten, maar niet in geval van toegelaten
respectievelijk niet aan toelating onderworpen geneesmiddelen.
Met betrekking tot het Duitse reclameverbod voor niet-toegelaten (§ 3a HWG)
respectievelijk alleen op recept verkrijgbare geneesmiddelen (§ 10 HWG) wijst de advocaat-
generaal erop dat dit in overeenstemming is met het verbod op reclame respectievelijk
publieksreclame voor geneesmiddelen krachtens de communautaire richtlijn betreffende reclame
voor geneesmiddelen en slechts de omzetting in nationaal recht vormt. Ook de website van
DocMorris valt onder het begrip "publieksreclame" van de richtlijn, omdat dit begrip ruim moet
worden uitgelegd. Doorslaggevend is namelijk de objectieve indruk die de consument krijgt op
grond van de totale weergave van de homepage.
De advocaat-generaal wijst er tenslotte op dat de communautaire richtlijn inzake elektronische
handel pas met ingang van 17 januari 2002 omgezet diende te zijn en derhalve op de onderhavige
feiten uit 2000 niet van toepassing is.
Opmerking: de rechters van het Hof zullen zich thans over deze zaak gaan beraden. De
uitspraak zal op een later tijdstip worden bekendgemaakt.
De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof
www.curia.eu.int heden vanaf ongeveer 15.00 uur
Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders
Beelden van de uitspraak zijn beschikbaar op Europe by Satellite |