HET HOF VERKLAART EEN ZEER HOGE NATIONALE BELASTING OP DE
REGISTRATIE VAN NIEUWE MOTORVOERTUIGEN VERENIGBAAR MET HET
EG-VERDRAG
De Deense belasting op de registratie van nieuwe motorvoertuigen valt ondanks haar zeer
hoog bedrag niet onder artikel 28 van het EG-Verdrag en is evenmin strijdig met artikel 90
van het EG-Verdrag, omdat er geen Deense productie van motorvoertuigen bestaat en de
belasting derhalve geen discriminerende of beschermende werking heeft
Er worden in Denemarken geen motorvoertuigen geproduceerd.
In januari 1999 kocht De Danske Bilimportører (hierna: "DBI"), een Deense vereniging van
auto-importeurs, een nieuw voertuig van het merk Audi tegen een totale prijs van 498.546 DKK
(67.152 EURO), waarvan 297 456 DKK (40.066 EURO) registratiebelasting.
Van oordeel dat de Deense registratiebelasting ten onrechte was geheven, verzocht DBI de
belastingautoriteiten om terugbetaling daarvan. Dit verzoek werd door die autoriteiten
afgewezen. DBI stelde vervolgens tegen het Skatteministerie (ministerie van Belastingen en
Accijnzen) beroep in tot terugbetaling van de registratiebelasting. Tot staving van haar verzoek,
beriep verzoekster zich op het in het EG-Verdrag vastgestelde beginsel van het vrije verkeer van
goederen. In deze context vroeg de Deense rechterlijke instantie aan het Hof van Justitie van de
EG of een door een lidstaat geheven indirecte belasting (een registratiebelasting) die voor nieuwe
voertuigen 105 % over een eerste tranche van 52.800 DKK en 180 % over de rest van de
belastbare waarde bedraagt, een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve
invoerbeperking kan zijn en bijgevolg onverenigbaar is met het vrije verkeer van goederen.
Volgens het Hof is de Deense registratiebelasting duidelijk van fiscale aard en wordt zij niet
geheven wegens overschrijding van de grens, maar bij de eerste registratie van het voertuig op
het Deense grondgebied: zij maakt derhalve deel uit van een algemeen stelsel van binnenlandse
belastingen op goederen, en moet bijgevolg aan artikel 90 van het EG-Verdrag worden getoetst.
Volgens dit artikel is het verboden op producten uit andere lidstaten hogere binnenlandse
belastingen te heffen dan die welke op gelijksoortige nationale producten worden geheven, of
zodanige binnenlandse belastingen, dat daardoor andere producties zijdelings worden
beschermd. Het artikel heeft ten doel, het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten onder
normale mededingingsvoorwaarden te verzekeren door elke vorm van bescherming uit te sluiten
die het gevolg kan zijn van de toepassing van binnenlandse belastingen die discriminerend zijnten opzichte van producten uit andere lidstaten. Deze bepaling dient dus de volstrekte neutraliteit
van de binnenlandse belastingen te waarborgen ten aanzien van de mededinging tussen nationale
en ingevoerde producten.
Het Hof herinnert eraan dat op artikel 90 van het EG-Verdrag geen beroep kan worden gedaan
tegen op ingevoerde producten geheven binnenlandse belastingen, wanneer een gelijksoortige
of concurrerende binnenlandse productie ontbreekt. Met name kan op grond van deze bepaling
niet worden opgekomen tegen het extreem hoge belastingniveau dat de lidstaten eventueel voor
bepaalde producten vaststellen, wanneer die belasting geen discriminerende of beschermende
werking heeft. Aangezien er in Denemarken geen binnenlandse productie van auto's is,
concludeert het Hof dat de Deense belasting op de registratie van nieuwe motorvoertuigen
niet onder de verbodsbepalingen van artikel 90 van het EG-Verdrag valt.
Het Hof stelt vast dat in ieder geval uit de door de verwijzende rechterlijke instantie
meegedeelde cijfers over het aantal in Denemarken geregistreerde nieuwe voertuigen (van
78.453 tot 169.492 per jaar tussen 1985 en 2002) en dus over het aantal in die lidstaat ingevoerde
voertuigen geenszins kan worden afgeleid dat het vrije verkeer van deze soort goederen
tussen Denemarken en de andere lidstaten in gevaar wordt gebracht door het hoge niveau
van de belasting.
Beschikbare talen: alle officiële talen.
De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof
Voor nadere informatie wende men zich tot Zaïra Penders |