Afdeling Pers en Voorlichting
Het gemeenschapsrecht verbiedt beperkingen van de vrijheid van vestiging van vennootschappen
die overeenkomstig de wetgeving van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat zijn
gevestigd. Dit verbod geldt voortaan ook voor beperkingen aan de oprichting van
dochterondernemingen. Een Nederlandse belastingwet staat vennootschappen toe de kosten die
verband houden met de deelneming in het kapitaal van een dochteronderneming van hun winst
af te trekken indien deze kosten middelijk dienstbaar zijn aan het behalen van in Nederland
belastbare winst.
Bosal Holding BV is een Nederlandse vennootschap die houdster-, financierings- en
licentie/royaltyactiviteiten verricht en die belastingplichtige is voor de Nederlandse
vennootschapsbelasting. Met betrekking tot het belastingjaar 1993 heeft zij kosten ten bedrage
van 3 969 339 NLG (1 801 287 EUR) gedeclareerd in verband met haar deelnemingen in
vennootschappen die in negen andere lidstaten zijn gevestigd. Bosal heeft om aftrek van deze
kosten van haar eigen winst verzocht.
De Inspecteur van de Belastingdienst heeft geweigerd de gevraagde aftrek toe te staan. Het
Gerechtshof te Arnhem, waarbij Bosal beroep heeft ingesteld tegen deze weigering, heeft de
Inspecteur in het gelijk gesteld. De Hoge Raad der Nederlanden, waarbij Bosal beroep in cassatie
heeft ingesteld, heeft het Hof van Justitie gevraagd of het gemeenschapsrecht zich tegen de
Nederlandse regelgeving verzet.
Het Hof stelt vast dat de Nederlandse wetgeving de oprichting van dochterondernemingen in
andere lidstaten belemmert en dus in strijd met het gemeenschapsrecht is. Een
moedervennootschap zou er immers van kunnen worden weerhouden haar activiteiten uit te
oefenen via een in een andere lidstaat gevestigde dochteronderneming, aangezien dergelijke
dochterondernemingen in het algemeen geen winst behalen die in Nederland belastbaar is.
De Nederlandse regering heeft ter rechtvaardiging van de betrokken bepalingen drie argumenten
aangevoerd:
1. De noodzaak de samenhang van het nationale belastingstelsel te verzekeren;
2. Het territorialiteitsbeginsel. Volgens de Nederlandse regering bevinden
dochterondernemingen die in Nederland belastbare winst behalen en
dochterondernemingen die dat niet doen zich niet in een vergelijkbare situatie;
3. De noodzaak de belastinggrondslag van de lidstaat te handhaven.
Het Hof acht deze argumenten niet overtuigend.
Met betrekking tot de noodzaak de samenhang van het nationale belastingstelsel te
verzekeren herinnert het Hof eraan dat een dergelijke rechtvaardiging alleen opgaat wanneer er
een rechtstreeks verband bestaat tussen de toekenning van een fiscaal voordeel en de compensatie
van dit voordeel door een fiscale heffing, doordat beide in het kader van dezelfde belasting
plaatsvinden. In de onderhavige zaak bestaat geen enkel rechtstreeks verband tussen de
toekenning van een fiscaal voordeel aan in Nederland gevestigde moedermaatschappijen en de
belastingregeling voor dochterondernemingen van moedermaatschappijen wanneer deze in deze
lidstaat zijn gevestigd. Moedermaatschappijen en hun dochterondernemingen zijn gescheiden
rechtspersonen en zij zijn aan gescheiden belastingheffingen onderworpen. Bovendien wordt de
beperking van de aftrekbaarheid van de kosten van deelneming niet gecompenseerd doordat daar
een voordeel tegenover staat. De samenhang van het belastingsstelsel kan dus niet worden
aangevoerd.
Met betrekking tot het argument dat aan het territorialiteitsbeginsel is ontleend, merkt het Hof
op dat de moedermaatschappijen verschillend worden behandeld al naar gelang zij al dan niet
over dochterondernemingen beschikken die in Nederland belastbare winst behalen, ook al zijn
al deze moedermaatschappijen in deze lidstaat gevestigd.
Met betrekking tot de noodzaak de belastinggrondslag van de lidstaat te handhaven herinnert
het Hof eraan dat de noodzaak een vermindering van de belastingopbrengsten te voorkomen een
beperking van de vrijheid van vestiging niet kan rechtvaardigen.
Beschikbare talen: Duits, Engels, Frans, Italiaans, Nederlands en Spaans.
De volledige tekst van het arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof
|